INTRODUCTIE
Om u een idee te geven hoe u beeldpuzzels kunt oplossen volgt hieronder een voorbeeld van enkele stappen, die u kunt toepassen bij het oplossen van een beeldpuzzel met één kleur. U zult echter nog meer logische stappen moeten toepassen om alle beeldpuzzels op te lossen! Klik hier voor een voorbeeld met meer kleuren.

We beginnen met de volgende lege beeldpuzzel:

BASISPRINCIPES
Een beeldpuzzel bevat rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal), waarin is aangegeven hoeveel vakken van een bepaalde kleur voorkomen. Als er verwezen wordt naar een kolomnummer dan is geteld vanaf de meest linker kolom (kolomnummer 1). Als er verwezen wordt naar een rijnummer dan is geteld vanaf de bovenste rij (rijnummer 1).
Bijvoorbeeld in kolom 2 staat één zwart getal (13). Dat houdt in dat er ergens in deze kolom een reeks van 13 zwarte vakken is.
In kolom 3 staan twee zwarte getallen (4 en 1). Dit betekent dat er ergens in deze kolom een reeks van 4 zwarte vakken achter elkaar ligt en daaronder, gescheiden door minimaal één wit vak, ligt een ‘reeks’ van 1 zwart vak.
In dit programma betekent een stip dat het zeker is dat het vak wit blijft.
OPLOSSEN STAP1
Neem rij 11. Daar staat dat er één reeks van 13 zwarte vakken voorkomt. Omdat de hele breedte van de beeldpuzzel precies 13 vakken is, betekent dit dat alle vakken in de rij gevuld kunnen worden. Om aan te geven dat u klaar bent met deze reeks, zet u een diagonale streep door het bijbehorende getal. Het resultaat is also volgt:

OPLOSSEN STAP 2
Neem rij 22 (de onderste rij). Daar staat dat er één reeks van 11 zwarte vakken voorkomt. Als we kijken naar de mogelijkheden, dan zien we dat in het ene uiterste geval de reeks loopt van het meest linkervak (kolom 1) tot aan kolom 11 en in het andere uiterste geval de reeks loopt van kolom 3 tot het meest rechtervak (kolom 13). Dit betekent dat in elk geval de vakken 3 tot en met 11 gevuld zullen zijn. Het resultaat is dan als volgt:

OPLOSSEN STAP 3
Kijk nu naar kolom 3. We zien dat het laatste vak zwart is. Dit is dus het einde van de 'reeks' van 1 zwart vak. Die is nu dus helemaal gevuld. Omdat daarboven ook een zwarte reeks hoort, weten we dat het vak direct daarboven niet zwart kan zijn, maar zeker wit is. Om dit aan te geven gebruiken we een stip.
Voor kolom 4 geldt, dat het laatste vak in de kolom tevens het laatste vak van een reeks van 6 zwarte vakken is. We kunnen de 5 vakken erboven dus zwart maken. Het vak boven deze reeks van 6 moet wit zijn. Iets dergelijks kunnen we doen voor de laatste zwarte vakken in de kolommen 5 tot en met 11.
We kunnen weer alle gebruikte getallen doorstrepen. Het resultaat is als volgt:

OPLOSSEN STAP 4
Kijk nu naar de rijen 18 en 20. Er zijn alleen maar reeksen met lengte 1, dus weten we dat de vakken naast de zwarte vakken wit moeten zijn en gebruiken we stippen om dit aan te geven.
Hetzelfde geldt voor kolommen 1 en 13. De enige reeks van 1 vak hebben we al gevonden. De rest van de beide kolommen is leeg en dus vullen we ze met stippen.
We passen verder de redenatie van stap 2 toe op kolommen 2 en 12. Dan verschijnt het volgende resultaat:

OPLOSSEN STAP 5
In rij 12 zijn twee reeksen met lengte 1, die we allebei al gevonden hebben, dus we kunnen de rest van de rij vullen met stippen en de bijbehorende getallen afvinken.
In kolom 3 komt nu een stip te staan onder het zwarte vak. Dit is dus het laatste vak in de reeks van 4. Die breiden we naar boven uit. We hebben nu alle reeksen in kolom 3 gevonden en dus vullen we de rest van de kolom met stippen en vinken we de bijbehorende getallen af.
Het resultaat is als volgt:

OPLOSSEN STAP 6
In rij 2 hoort een reeks van 3 zwarte vakken. Deze past niet tussen de stippen in kolom 1 en kolom 3, dus in kolom 2 kan ook een stip worden gezet.
Hierdoor begint de reeks van 13 zwarte vakken in kolom 2 nu minimaal in rij 3 en loopt minimaal door tot rij 15.
In rij 17 kunnen de reeksen nu nog maar op één manier worden geplaatst!
De volgende figuur toont het resultaat:

OPLOSSEN STAP 7
In kolom 8 is het nu duidelijk dat het zwarte vak in rij 17 hoort bij een zwarte reeks met lengte 3. Hierdoor kan het vak in rij 20 van kolom 8 nooit meer zwart worden. Hier kan een stip geplaatst worden.
Dit is wat u krijgt:

EINDRESULTAAT
U heeft nu kennis gemaakt met enkele logische stappen om een beeldpuzzel op te lossen. Als u de bovenstaande stappen blijft toepassen, kunt u de hele beeldpuzzel oplossen!
En dit is het eindresultaat: